Wat is jouw grootste drijfveer als methodemaker?
‘Wat me het meest motiveert, is dat we onderscheidende methodes maken voor onze doelgroep en echt wat bijdragen aan het leerproces van een student. Binnen entreeopleidingen in het mbo en het praktijkonderwijs werkten ze vroeger met boekjes van groep acht, die totaal niet op de belevingswereld van een zestienjarige aansluiten. Met Starttaal Entree maken we nu een methode voor een doelgroep waar geen methode voor bestond. En dat doen we bij veel methodes van Uitgeverij Deviant: kijken naar vergeten doelgroepen. De doelgroep van Starttaal Entree is complex, want de leerlingen en studenten volgen niet structureel lessen, en maar voor korte tijd. Daarbij hebben ze vaak ook nog motivatieproblemen. Ik vind het een fijn uitgangspunt dat wij met Starttaal Entree een methode maken waarin we deze studenten echt serieus nemen. Dat we vervolgens ook echt iets moois neerzetten, daar ben ik wel trots op.’
Wat maakt Starttaal Entree zo’n goede methode?
‘Gedurende de ontwikkeling van methodes krijgen we steeds meer inzichten en verwerken we het goede uit eerdere methodes weer in een nieuwe. In Starttaal Entree zie ik een soort van cumulatie terugkomen van al het goede dat wij uit eerdere methodes als inzicht hebben verkregen. Of het nu het vooraf nadenken over leerdoelen is, het maken van oriëntatieopdrachten of het aanbieden van een manier van samenwerken die de organisatie van de les niet in de weg zit.’