De eigenaar van de webwinkel Amazon Jeff Bezos laat een luxe jacht bouwen in Alblasserdam die te groot is om onder De Hef door te varen. Daarom wordt er gesproken over het tijdelijk ontmantelen van de monumentale brug in Rotterdam. Dit terwijl de gemeente heeft beloofd dat De Hef nooit meer zou worden gedemonteerd. Waarom gebeurt dit en welke invloed hebben het geld en de status van Jeff Bezos hierop? Ga hierover in gesprek met je studenten aan de hand van onze gratis lestip:
Hoe ga je aan de slag?
- Bekijk met je studenten het fragment over de ontmanteling van De Hef van het AD (3 februari 2022): ‘Markante hefbrug moet uit elkaar voor de boot van Bezos’. Bespreek daarna de volgende vragen:
– Wat is het onderwerp van dit fragment?
– Waar is Ton Wesselink bang voor als Jeff Bezos zijn zin krijgt?
– Waarom noemt Ton Wesselink het ‘wrang’ als Jeff Bezos het ontmantelen van De Hef voor elkaar krijgt, denken jullie?
Laat je studenten eventueel eerst zelf nadenken over het woord ‘wrang’ en bespreek daarna de definitie klassikaal, voordat jullie gezamenlijk antwoord geven op de vraag.
Tip: Je kunt ervoor kiezen om je studenten deze vragen te laten lezen voordat je het fragment toont. Ook kun je je studenten aantekeningen laten maken tijdens het kijken en luisteren van het fragment, zodat ze de vragen makkelijker kunnen beantwoorden.
- Bespreek na het kijken van het fragment de volgende vragen met je studenten:
– Wat vinden jullie ervan dat Jeff Bezos een monumentale brug wil laten ontmantelen om zijn boot erdoorheen te laten?
– Waar zouden jullie je geld aan uitgeven als jullie zo rijk waren als Jeff Bezos?
- Sluit de les af met de stelling: Wanneer je veel geld hebt, mag je meer dan wanneer je weinig geld hebt.
Laat je studenten eerst zelf bepalen of ze voor of tegen zijn. Vraag je studenten vervolgens aan te geven of ze het met de stelling eens of oneens zijn en ga over de stelling in debat. Je kunt hier ook een overloopdebat van maken. Tijdens zo’n debat mogen je studenten van mening veranderen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als ze een argument van de andere kant overtuigend genoeg vinden, of als ze het oneens zijn met argumenten van hun medestanders.
