Als docent kun je een poging wagen je studenten weer overeind te helpen. Elke keer wanneer ik vroeger werd afgewezen, voelde dat ook als een klap. Maar nu, jaren later, besef ik dat het een zegen was. Het maakte me sterker, leerde me omgaan met tegenslagen en vormde mij als mens. Alleen was er niemand die mij vertelde dat elke afwijzing een kans is om sterker op te staan dan voorheen. Nu pas ben ik daarachter gekomen; had ik het toen maar op zo’n manier kunnen zien.
Vertel je studenten dus dat het niet hun schuld is en dat ze gewoon weer kunnen opstaan. Het maakt hen strijdlustig, weerbaar. ‘Ik leid geen slachtoffers op, ik leid toppers op,’ vertel ik ze. ‘Jullie zijn onze gouden toekomst. En als een bedrijf dat niet wil zien, is dat zijn gemis. Niet dat van jullie. Dus wees geen slachtoffer, maar ga langs bij bedrijven, laat jezelf zien. Dan krijgt je naam een gezicht, het gezicht van iemand die je niet kúnt afwijzen. En doen ze dat dan nog steeds, stel jezelf dan de vraag: wil ik wel werken bij zo’n werkgever?’
Maar ik begrijp ook: als studenten keer op keer worden afgewezen, puur vanwege hun naam of afkomst, dan is er niets meer dat een docent in zijn eentje kan doen. Dan blijven ze op een gegeven moment liggen. Verslagen. Weerloos.