‘We hebben het afgelopen jaar een analyse gemaakt van alle mbo-methodes Nederlands die er zijn. We doen allemaal hetzelfde: we bouwen vanaf het begin cursorisch, dus per vaardigheid, op richting het examen. Maar dat is het ‘m juist: taal, natuurlijke taal, is niet cursorisch. Nederlands is niet cursorisch. Daarom wijkt DOEN op drie punten echt wezenlijk af van andere methodes Nederlands.’
1. Productieve vaardigheden gecombineerd
‘Ten eerste gaan we de vaardigheden gecombineerd aanbieden. In het mbo zijn we met z’n allen zo afgestapt van de vraag wat nou eigenlijk een goede manier is van het aanbieden van Nederlands. Als je de vaardigheden combineert, dan worden de opdrachten natuurlijker, realistischer, efficiënter. Doordat je op verschillende terreinen werkt, haal je meer leerwinst. De lesstof beklijft beter. En het is ook een stuk minder saai voor die studenten.’
‘We willen ze vooral de productieve vaardigheden – spreken, gesprekken voeren, schrijven – leren door die dicht bij zichzelf te houden. Hierdoor maak je het vak relevanter, doordat je laat zien dat je taal altijd nodig hebt, dat taal en communicatie constant aanwezig zijn: in het kijken naar jezelf, in alles wat je elke dag doet, in de samenleving en straks in je toekomstige beroep. Hopelijk maakt dat de docent uiteindelijk ook weer gemotiveerd om actief les te geven.’